Wat helpt tegen cellulite?
Bij
de vorming van cellulite spelen diverse factoren een rol, zoals
hormoonhuishouding, leefstijl, leeftijd en erfelijkheid. Uiteindelijk krijgt
ongeveer negentig procent van de vrouwen in meer of mindere mate te maken met
cellulite.
Er
zijn verschillende anticellulite lotions op de markt. Wanneer we de
ingrediëntenlijst op werkzame ingrediënten controleren stellen we vast dat we
die ingrediënten grosso modo in twee categoriën kunnen verdelen. Enerzijds zijn
er stoffen die werken op vetafbraak, met als meest voorkomende cafeïne,
L-carnitine en forskolin. Anderzijds ingrediënten die de
stofwisselingsprocessen gaan stimuleren. Hier is de meest voorkomende
metylnicotinaat.
De
functie van de vetafbrekers is duidelijk. Wat er niet (meer) is kan zich ook
niet ophopen. Door
het stimuleren van de stofwisseling worden afvalstoffen sneller afgevoerd. Een
snellere bloeddoorstroming zorgt tevens voor de aanvoer van zuurstofrijk bloed
wat dan weer de vetverbranding efficiënter en sneller doet verlopen.
Tot
zover de theorie. Maar werken bovenstaande ingrediënten ook in de praktijk?
Cafeïne werkt
inderdaad sterk vetverbrandend. Alleen doet cafeïne dit eerder indirect.
Cafeïne wordt in de lever omgezet in “paraxanthine” en het is deze stof die vetten
gaat afbreken. Niet de cafeïne zelf. Zonder de lever dus geen vetverbranding.
Het is niet uitgesloten dat sporen van cafeïne via de huid in de bloedbaan
worden opgenomen om dan vervolgens langs de lever te passeren. Maar je kan er
eigenlijk van uit gaan dat cafeïne op de huid smeren om cellulite tegen te gaan
weinig zin heeft.
L-carnitine wordt in
ons lichaam aangemaakt door de lever en is een in de huid voorkomend aminozuur.
Het speelt een erg belangrijke rol bij het omzetten van vetten in energie. Er
zijn wetenschappelijke studies die aantonen dat het extra toedienen van
L-carnitine inderdaad vetverbranding stimuleert. In vivo, getest op mensen,
vallen de onderzoeksresultaten echter tegen. In de late jaren negentig hebben onderzoekers L-carnitine
aan mannelijke amateurbodybuilders gegeven. De sporters kregen zestig dagen
lang een gram van het aminozuur - zonder effect op de vet- en spiermassa (1). Australische
onderzoekers deden een soortgelijke proef, maar dan met vrouwen met
overgewicht. De vrouwen kregen twee keer per dag twee gram L-carnitine, en
liepen vier keer per week hard, dertig minuten achter elkaar. Na acht weken
maten de onderzoekers de veranderingen in hun lichaamssamenstelling, en
vergeleken die met een groep van vrouwen, die hetzelfde trainingsprogramma had
gevolgd maar geen L-carnitine had geslikt. Het enige effect dat de Australiërs
vonden was dat meer dan een kwart van de achttien vrouwen in de
L-carnitinegroep had afgehaakt omdat ze diaree en andere buikklachten kregen.
Er was echter geen effect op het vet- en spierweefsel (2). De conclusie van
het onderzoek is simpel: Een volwassen persoon maakt zelf meer dan voldoende
L-carnitine aan. Extra toevoeren heeft dus weinig tot geen nut.
Forskolin komt uit de wortels van de Coleus forskohlii
plant. Het chemisch actieve forskolin zet een hele kettingreactie in gang die
uiteindelijk gaat leiden tot vetverbranding. Tot op heden is het het enige
gekende plantaardige ingrediënt met die eigenschap. Forskolin zou zorgen voor
een afname van vetcellen en tegelijkertijd voor een toename van weefsel. Niet
alleen verbrandt het vetten, het zorgt dus ook voor stevigere weefsels en, in
de huid, voor een toename van collageen en daardoor dus voor een stevigere
huid. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat dit inderdaad
het geval is. Zowel voor de orale inname (3, 4) als voor topisch aangebracht
forskolin (5).
Een uitgebreide wetenschappelijke literatuurstudie rond het "Coleus
Forskohliiextract" bevestigt dit (6).
Cellulite
wordt niet enkel veroorzaakt door onderhuidse vetclusters. Oedeemvorming, het
vasthouden van vocht, speelt ook een belangrijke rol. Dit wordt dan weer
veroorzaakt door een verstoorde microcirculatie in de huid. Het stimuleren van
de bloeddoorstroming en van de lymfeactiviteit kan hier soelaas brengen.
Metylnicotinaat is zo’n stof die de microcirculatie
gaat stimuleren. Dat het dat doet is voldoende bewezen (7, 8). En het feit dat
het bijzonder goed door de huid wordt opgenomen (9) wijst er op dat
metylnicotinaat inderdaad een waardevol ingrediënt is bij de behandeling van
cellulite.
We
kunnen dus concluderen dat er wel degelijk werkzame ingrediënten bestaan tegen
cellulite, waarbij de combinatie van vetverbranders en stofwisseling
stimulerende stoffen voor de hand ligt. De meeste anticellulite lotions zijn
ook zo geformuleerd.
En
toch, welk merk of welke ‘wonder’samenstelling je ook smeert, de resultaten
vallen altijd een beetje tegen.
Wanneer
we kijken naar de oorzaken van cellulite begrijpen we ook dat het allemaal zo
simpel niet ligt. Hormonale veranderingen spelen een belangrijke rol. Ze
regelen de bloedcirculatie, de lymfatische afvoer, vetverbranding en
bindweefselaanmaak. Uiteraard kun je je hormonen niet zomaar even stilleggen.
Daarnaast
kan het ontbreken van een gezonde levensstijl en een goed dieet, de toename van
lichaamsgewicht en het te weinig drinken van water, cellulite in de hand
werken. Ook de leeftijd speelt een rol. Als men ouder wordt neemt de dikte en
kracht van het bindweefsel van de huid af. De cellulite die er misschien al is
wordt hierdoor steeds beter zichtbaar. Verder is er ook nog een erfelijke
factor.
Anticellulitecrèmes
moeten dan ook gezien worden als ondersteuning bij een volledige anticellulite
“leefwijze”, met voldoende lichaamsbeweging en een uitgebalanceerd, gezond
dieet.
Copyright DR. BAUMANN COSMETIC
Bronnen:
- R.E. Green, A.M. Levine, M.J. Gunning, L.S. Walsh. The Effect of L-Carnitine Supplementation on Lean Body Mass in Male Amateur Body Builders. Journal of the American Dietetic Association, Volume 97, Issue 9, Supplement 1, September 1997, Page A72.
- Villani RG, Gannon J, Self M, Rich PA. L-Carnitine supplementation combined with aerobic training does not promote weight loss in moderately obese women. Int J Sport Nutr Exerc Metab 2000 Jun;10(2):199-207.
-