Honing als huidverzorger?



Honing is multifunctioneel. Het smaakt heerlijk op de boterham, is ideaal om voedsel en dranken mee te zoeten en brengt soelaas bij heesheid en keelpijn. En ja hoor, dat is alweer genoeg voor de cosmetica-industrie om hele anti-aging- en verzorgingslijnen op basis van honing te lanceren. Dat doen ze al jaren en met succes maar, is dit succes eigenlijk wel zo terecht?

Het effect van honing voor wondheling is al eeuwen bekend en ook wetenschappelijk onderzocht en bewezen. De kracht van honing ligt hier bij zijn antibacteriële en schimmelwerende werking. Professor Peter Charles Molan citeert in een literatuurstudie uit 2001 (1) verschillende wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat het osmotische effect van de verzadigde suikers in honing inderdaad een bacterieremmende invloed heeft. Het gaat hier dan wel om pure honing. Naarmate de honing wordt verdund neemt ook dit effect af.

Maar er is meer. Honing bevat een enzym, “glucoseoxidase”, dat verantwoordelijk is voor het omzetten van glucose en water in gluconzuur en waterstofperoxide. Verdun je dus honing met water krijg je waterstofperoxide en ook dat heeft een antibacterieel effect (1). Volgens verder wetenschappelijk onderzoek ligt de maximaal werkzame verdunning bij 50%, daarna neemt de productie van waterstofperoxide en dus het antibacterieel effect, drastisch af.

Honing zou, naast een osmotisch effect en de aanmaak van waterstofperoxide zelfs nog andere antibacteriële eigenschappen bezitten. Hier wordt naarstig onderzoek naar gedaan omdat honing wel eens de oplossing zou kunnen zijn voor het bestrijden van bepaalde antibioticaresistente bacteriën (2).

Als je dit zo leest zou je kunnen concluderen dat honing, vanwege zijn bewezen antibacteriële eigenschappen in wondbehandeling, best ook wel eens een goed ingrediënt zou kunnen zijn bij de aanpak van acne of ontstekingsgerelateerde onzuiverheden van de huid. Op zich klopt dit maar er zijn toch een paar praktische bezwaren. Het osmotische effect van honing heb je alleen wanneer honing quasi onverdund wordt gebruikt. Het enzym dat waterstofperoxide aanmaakt wordt vernietigd wanneer de honing boven de 40°C wordt verwarmd en/of wanneer het in aanraking komt met vitamine E (2). Bovendien neemt de antibacteriële werking af van zodra de verdunning meer dan 50% wordt.
Aangezien crèmes per definitie maar een klein percentage honing bevatten (anders worden ze te plakkerig), vaak vitamine E bevatten en bovendien moeten verwarmd worden tot meer dan 40° om ze te vervaardigen, kunnen ze dus eigenlijk geen antibacteriële werking meer hebben.

Er is ook geen enkel wetenschappelijk onderzoek naar de werking van honing in huidverzorging of op acne. Meestal wijst dit erop dat men in wetenschappelijke kringen er het nut niet van inziet. Begrijpelijk, want er zijn een hoop bewezen werkzame en efficiënte alternatieven. De natuurcosmetica heeft hier met producten op basis van bijvoorbeeld tea tree meer te bieden (3).

En wat dan met de anti-aging eigenschappen van honing?

Volgens een fabrikant van cosmetica ”hydrateert” honing de huid op een “natuurlijke wijze”. Dat honing een natuurlijk product is klopt maar, wie onze bijdrage over hydraterende crèmes (4) heeft gelezen weet dat de huid daadwerkelijk hydrateren enkel kan met cosmetica op basis van meervoudige liposomen en die bevat honing niet.  Daarnaast bevat honing, behalve dan een aantal anti-oxidanten, geen enkel ingrediënt dat celopbouwend of celbeschermend werkt. Een crème met een voldoende hoog aandeel vitamine E en vitamine A doet meer. En, een ‘honingcrème’ met vitamine E verrijkt kan ook niet want dan wordt de antibacteriële enzymwerking verstoord en dat is dan weer een verkoopsargument minder.

We kunnen dan ook besluiten dat honing binnen een klinische context wel degelijk een ingrediënt is met een duidelijke meerwaarde. In cosmetische producten is die meerwaarde veel minder duidelijk, zelfs nooit aangetoond en dus waarschijnlijk onbestaand.

Bronnen: