Zon!

Nog niet zo lang geleden was het niet ongewoon om van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat te liggen bakken in de zon. Inmiddels weet iedereen dat teveel zon voor een snellere huidveroudering zorgt en huidkanker kan veroorzaken. Maar, wat is er nu juist gevaarlijk aan de zon en hoe kunnen we ons het beste beschermen?

Zonlicht is samengesteld uit een aantal verschillende ultraviolet stralingen. Vooral de UVA- en de UVB-straling is voor de huid van belang.

De korte golven van de UVB-stralen worden voor het grootste deel ondervangen door de ozonlaag. Maar door het dunner worden hiervan, wordt er steeds meer UVB doorgelaten. UVB- straling veroorzaakt eerst de meest zichtbare beschermingsreactie van de huid. Onder invloed van UVB gaat onze huid immers melanine aanmaken om zichzelf te beschermen en dat zorgt voor een bruin kleurtje.

Als de dosis UVB-stralen te sterk is, dan wordt de huid rood met zonnebrand als gevolg. Hoe vaker en intensiever de huid aan de zon wordt blootgesteld, hoe ernstiger de aangebrachte schade. Op lange termijn kan dit leiden tot verandering van het genetisch materiaal, chronische huidschade en huidkanker.

De lange UVA golven veroorzaken geen of weinig zonnebrand. Ze dringen dieper door in de huid en zorgen voor een diepbruine tint. Jammer genoeg beschadigen ze tegelijkertijd ook bindweefsel waardoor de huid zijn elasticiteit verliest wat dan weer resulteert in vroegtijdige huidveroudering en rimpels. Bovendien is ondertussen onomstotelijk aangetoond dat UVA- straling kankerverwekkend is en dat ze aan de basis ligt van het groeiend aantal huidkankers.

UVA- en UVB-straling kunnen ook een immuunrespons op zonlicht veroorzaken en dan spreken we van een zonneallergie.  Lichaamseigen bestanddelen in de huid, die onder invloed van de zon een chemische omzetting ondergaan, zouden als gevolg daarvan plots als lichaamsvreemd worden aanzien en de afweer op gang brengen. Daarover meer in een volgende blog.

Voorkomen is in alle gevallen beter dan genezen. Het ligt dus voor de hand dat een goede zonnebescherming een must is.

In eerste instantie moet een zonnebeschermingscrème zowel tegen UVB als UVA beschermen. De SPF (Sun Protection Factor) die op een product vermeld staat, zegt eigenlijk alleen maar iets over de bescherming tegen UVB. Het is dus perfect mogelijk een Factor 50 te smeren en toch niet beschermd te zijn tegen UVA-straling. Voor een effectieve bescherming tegen UVA moet het product minstens één van volgende ingrediënten bevatten: titanium dioxide, zinc oxide, Diethylamino hydroxybenzoyl hexyl benzoate (DHH),  Bavobenzone of Mexoryl SX. In Europa komt daar nog Tinosorb bij. Kijk dus zeker op de verpakking na of uw zonnebeschermingsproduct één of meerdere van deze stoffen bevat (1).

Daarnaast is ook het verschil tussen synthetische (organische) filters en minerale filters (fysische) van belang. Een synthetische filter werkt in de huid. Hij absorbeert straling en is vooral effectief tegen UVB. Een minerale filter werkt op de huid. Hij reflecteert straling en werkt daardoor even goed tegen zowel UVA als UVB.

Voor producenten van cosmetica ligt de keuze voor een synthetische filter voor de hand. Ze zijn goedkoop, lossen goed op, smeren gemakkelijk uit en zijn nagenoeg onzichtbaar op de huid. Voor de consument ligt het ietwat anders.

Naast de gekende hormoonwerking van de meeste synthetische filters zijn er nog andere nadelige effecten.  Het infoblad van de Nederlandse Keuringsdienst van Waren waarschuwde reeds voor de bijwerkingen van de algemeen gebruikte chemische UV-filters (2): "Bijwerkingen die kunnen optreden zijn: irritatie, allergie en contactdermatitis (ontsteking van de huid).”

Over de frequentie van door UV-filters veroorzaakte bijwerkingen is weinig bekend. "Omdat ook steeds meer dagcrèmes chemische UV-filters bevatten, zijn er ook steeds meer allergiegevallen. Dermatologiehandboeken vermelden deze filters daarom steeds vaker als één van de hoofdoorzaken van contactallergieën.  Let vooral op volgende ingrediënten: 4-Methylbenzylidencampher (4 MBC), 3-Benzylidencampher (3 BC), Octyl Methoxycinnamate (OMC), Benzophenone-3, Oxybenzon, Homosalate,  Homomenthylsalicylat (HMS), Octyl-Dimethyl-Para-Amino-Benzoic-Acid (OD-PABA). (3) (4).

Vanwege dit gegeven en vanwege het feit dat synthetische filters bovendien ook nog eens milieubelastend zijn, verdient een minerale filter de voorkeur. Minerale filters hebben deze nadelen immers niet. Bovendien hebben ze ook nog de eigenschap dat ze onmiddellijk werken van zodra ze worden aangebracht. Een synthetische filter moet minstens een half uur voor het zonnen worden aangebracht alvorens hij 100% effectief is. “Even bijsmeren” op het strand bij de eerste tekens van roodheid is met een synthetische filter te laat. Met een minerale filter niet. De belangrijkste minerale filters zijn: zinkoxide, titaniumdioxide.

Toch hebben veel mensen een voorkeur voor een synthetische filter. Vooral vanwege de smeerbaarheid en vanwege het feit dat hij nagenoeg onzichtbaar is op de huid. Een minerale filter geeft heel vaak een witte waas en smeert wat moeilijker in. De beste keuze is in dat geval een alternatief met Octocrylene, een synthetische UV-filter die niet voorkomt in de lijstjes met vaak allergiserende UV-filters. Synthetische filters zonder hormoonwerking zijn Natrium Phenylbenzimidazol Sulfonat en Dinatrium Phenyldibenzimidazol Tetrasulfonat.

Een goed zonnebeschermingsproduct bevat ook rijkelijk natuurlijke antioxidanten. Er is ondertussen voldoende wetenschappelijk bewijs dat antioxidanten een brede bescherming bieden tegen zowel UVB- als UVA-straling. Naast vitamine C en A is vooral vitamine E van belang. Producten met vitamine E (en zonder andere toegevoegde UV-filters) bieden al een beschermingsfactor 4 en dus 75% vermindering van de UV-straling (5) (6). Jammer genoeg bevatten de meeste zonneproducten synthetische vitamine E die maar half zo werkzaam is als de natuurlijke variant. Het is bovendien een allergeen. Zo herkent u natuurlijke vitamine E op de verpakking: "d-alfa-tocopherol-acetate".

En dan nu het allerbelangrijkste: Geniet van de zon maar met mate!




Bronnen:

(3) Chemische UV-filters hebben een allergiserende werking.