Methylisothiazolinone: zeker niet zo veilig als de Europese Commissie aanneemt.

Dermatologen trokken reeds in 2013 aan de alarmbel over het conserveringsmiddel Methylisothiazolinone dat in veel dagelijkse huidverzorgingsproducten is verwerkt. Ondanks het feit dat het in 2005 door de Europese Commissie “veilig” werd verklaard steeg het aantal allergiemeldingen dusdanig dat men zelfs sprak van een epidemie (1).

Methylisothiazolinone (MI) wordt als bewaarmiddel toegevoegd aan huidverzorgingsproducten, mascara’s, shampoos, conditioners, vloeibare zepen en reinigingsdoekjes. Het doodt bacteriën, virussen en schimmels in vloeistoffen en crèmes op waterbasis, producten die zonder conserveringsmiddelen snel slecht zouden worden. MI was, naast phenoxyethanol, de belangrijkste vervanger van de parabenen toen die in een slecht daglicht kwamen te staan. Veel cosmeticafabrikanten hebben toen hun formules aangepast, met enkel MI, nadat de Europese Commissie dit in 2005 had goedgekeurd.

Op aandringen van dermatologen uit verschillende Europese landen ging het wetenschappelijke comité van de EU, het "Committee on Consumer Safety" (SCCS), in 2014, dit conserveringsmiddel opnieuw beoordelen. Er werd erkend dat MI een allergische reactie kan veroorzaken als het in cosmetica of verzorgingsproducten zit die op de huid worden aangebracht en niet worden afgespoeld (zoals bijvoorbeeld een dagcrème).  In 2014 werd het gebruik van MI in cosmetische “leave on” producten dan ook aan banden gelegd. Voor cosmetische producten die worden afgespoeld (douchegels, shampoo, conditioners, cleansers) mag het echter nog wel worden gebruikt: “For rinse-off cosmetic products, a concentration of 15 ppm (0.0015%) MI is considered safe for the consumer from the view of induction of contact allergy. However, no information is available on elicitation.” (2).

De vraag is of de commissie hier ver genoeg gaat. MI zit immers in nog een hoop andere dagelijkse producten zoals afwasmiddel, verf, schoensmeer, onderhoudsproducten,… De consument komt er dus op verschillende manieren mee in contact. Voor huidverzorging kan er dan wel een regularisatie betreffende de toegestane veilige concentratie zijn maar voor andere producten bestaat die niet. En iemand die 5 producten met MI gebruikt per dag, bijv. een shampoo, een conditioner, een douchegel, een reinigingsmelk en een tonic, heeft wel 5x de “veilige” dosis opgenomen via de huid en dat is dus niet meer veilig!

Als consument loop je dus nog steeds een grote kans op een MI-allergie. Je kan het best vergelijken met een emmer. Telkens je een product gebruikt dat het allergeen bevat, komt er een druppel in de emmer. Op een gegeven ogenblik heb je zoveel allergenen of druppels verzameld dat de emmer overloopt en je met een allergie zit. Het bijkomende probleem is dat je de emmer niet meer kunt leegmaken. Dit betekent in de meeste gevallen dat de allergie levenslang blijft. Het komt er dus gewoon op neer de allergenen te vermijden.

“Maar”, roept de cosmetica industrie, “zonder conserveringsmiddelen gaat het niet want dan loop je risico op contaminatie door schimmels en bacteriën en dat is nog erger dan het quasi verwaarloosbaar risico op een allergie. We voegen conserveringsmiddelen juist toe om de consument te beschermen.” Dit laatste klopt natuurlijk niet. Conserveringsmiddelen worden vooral toegevoegd om het product, en daardoor de fabrikant te beschermen. Een ‘slecht’ product uit de winkelschappen moeten halen kost geld en dan hebben we het nog niet over de imagoschade die je als producent daardoor lijdt.

Toch zijn er gezonde, natuurlijke alternatieven, zoals vitamine E, Citric Acid, bepaalde etherische oliën en andere onschadelijke natuurlijke stoffen. Maar werken met natuurlijke bewaarmiddelen is een pak duurder en vraagt ook een bepaalde expertise. Daarom ook dat de fabrikanten van conventionele cosmetica liever synthetische bewaarmiddelen gebruiken en de problemen hiermee zoveel mogelijk minimaliseren.




Bronnen: