Plastickorrels in scrubs. Wat is het alternatief?

Veel scrubs bevatten duizenden minuscule kleine bolletjes plastic: microplastics, ook wel microbeads genoemd. Deze zijn vooral gemaakt van polyethyleen (PE), maar ook polypropyleen (PP), polyethyleen tereftalaat (PET), polymethyl methacrylaat (PMMA) en nylon komen ook voor. De bolletjes vormen de “korrel” van de scrub. Ze hebben een aantal belangrijke voordelen. Ze zijn namelijk absoluut niet schadelijk voor de huid en hebben een consistente ronde vorm, waardoor dode huidcellen zacht en mild worden verwijderd, zonder dat de huid daardoor beschadigd kan raken. 

Toch zijn juist deze “microplastics” de laatste tijd erg in opspraak gekomen. Niet zozeer omdat ze schadelijk zouden zijn voor de mens maar vooral omdat ze erg schadelijk zijn voor het milieu. Fendall en Sewell (University of Auckland) (1) constateerden in 2009 dat deze “beads” in het afvalwater van huishoudens komen en de rioolwaterzuivering passeren. Uiteindelijk kunnen ze niet alleen in zee, maar ook in de voedselketen terecht komen. 

Microplastics trekken organische persistente gifstoffen aan (POPs: Persistent Organic Pollutants), zoals PCBs en DDTs, die in de oceanen aanwezig zijn uit andere vervuilingsbronnen (2). De "International Pellet Watch" doet hier onderzoek naar, onder leiding van professor Takada, aan de Universiteit van Tokyo. Hun onderzoek levert aanwijzingen op dat bepaalde POPs, die zich aan door zeevogels ingeslikt plastic hadden gehecht, in het lichaamsweefsel van die vogels worden aangetroffen. Wetenschappers vrezen dan ook dat POP’s zich op den duur in de voedselketen ophopen en dat dit ook voor de mens gevolgen heeft. Door de mens geconsumeerde vissen krijgen immers dezelfde plastic binnen (3). Zo stelde de Gentse toxicoloog Colin Janssen (Universiteit van Gent) vast dat elke gram mosselvlees gemiddeld één zo'n plastic deeltje bevat (4). 

Sommige fabrikanten van scrubs wuiven het probleem weg. Het aandeel van de microkorreltjes die zij gebruiken in de totale afvalberg aan plastic is volgens hen immers verwaarloosbaar klein. Dat kan dan wel kloppen maar alle kleintjes maken één groot en als iedereen diezelfde houding aanneemt, schiet het natuurlijk niet op. 

Veel fabrikanten nemen echter wel hun verantwoordelijkheid en schakelen over op een alternatieve, milieuvriendelijke, korrel. Het vaakst worden perzik- of abrikozenpittensplinters gebruikt. Een ander alternatief is zoutkorrels. Nadeel aan dit soort “korrel” is wel dat de deeltjes vrij scherp kunnen zijn. Ze hebben een schurend effect en kunnen zo ook de gezonde huid beschadigen. 

Een beter alternatief is een korrel van bioplastic. Een plasticsoort die 100% biologisch afbreekbaar is op basis van biologisch materiaal (planten). Bij de afbraak komen geen giftige stoffen vrij en voor het maken is geen aardolie nodig. Aardolie is immers geen hernieuwbare grondstof. Biologische grondstoffen (planten) zijn dat wel, dus bioplastic is duurzamer dan ander plastic. Het maken van bioplastics levert bovendien een lagere CO2 uitstoot dan andere soorten plastic. 

De meest gebruikte bioplastic korrel in scrubs is polylactide (inci: polylactic acid). Het wordt vervaardigd op basis van maïszetmeel of suikerriet en wordt uiteindelijk afgebroken tot melkzuur. Het is trouwens dezelfde plastic die gebruikt wordt in de medische sector, zoals voor chirurgische hechtdraad, schroeven, haakjes e.d. voor het herstellen van fracturen. Die hoeven niet verwijderd te worden, ze breken in het lichaam af (5). 

Waarom niet alle fabrikanten van scrubs massaal kiezen voor bioplastics? Wel, de kostprijs voor de productie van bioplastics ligt vele malen hoger dan die van gewone plastics en vele malen hoger dan die van de andere alternatieven, zoutkorrels en perzikpitten. De rekening is dan ook snel gemaakt…




Bronnen en literatuur: